Als je ouder bent van meerdere kinderen, zul je het vast herkennen. Strijd tussen broer en zus (of een andere combinatie mag natuurlijk ook😉). Ze pakken spullen van elkaar af, bemoeien zich met elkaar, schreeuwen naar elkaar, komen ongevraagd op elkaars kamer, treiteren elkaar. En dit lijstje kan je zelf waarschijnlijk nog wel aanvullen…..
Daarnaast zijn er ook mooie momenten. Ze spelen met elkaar, ze maken grappen, helpen elkaar, delen elkaars spullen, komen voor elkaar op. Je geniet van deze momenten!
En ook als er strijd is weet je dat dit heel normaal is, maar dat wil niet zeggen dat het altijd leuk is. Soms weet je niet goed hoe je daar nou het beste op kunt reageren.
Allereerst is het goed om er weer even bewust van te zijn, dat het ruzie maken tussen broer en zus ook ergens goed voor is. Het leert ze nieuwe vaardigheden: voor zichzelf opkomen, hun mening kunnen vormen en geven, grenzen accepteren, luisteren naar elkaar. Via ruzie is niet altijd een fijne manier (zeker voor jou als ouder niet), maar je kind leert wel van die ervaringen. Het leert je kind hoe hij/zij het soms juist niet moet doen en wat wel werkt. Het vergroot vaardigheden in hoe het ruzies op kan lossen.
En vooral ruzie maken tussen broer en zus is best veilig. Ze gaan niet bij je weg. De liefde is onvoorwaardelijk. Eigenlijk zijn het hele mooie oefensituaties, waarbij ze deze geleerde vaardigheden dan ook buiten de deur kunnen gebruiken.
En ook goed om bij stil te staan, is dat kinderen in ontwikkeling zijn. Ze mogen nog vaardigheden aanleren: Leren luisteren, mening kunnen geven, in kunnen leven, rekening houden met elkaar. Omdat ze het zelf ook nog moeten aanleren, is het nog moeilijker om in combinatie met anderen te doen. Dus helemaal niet gek als er ruzie ontstaat.
En daarom is jouw ondersteuning hierbij zo fijn.
En broer en zussen zitten nou eenmaal veel op elkaars lip. Samen spullen delen, ruimte delen, alles delen. Denk zelf maar eens terug hoe dit voor jezelf was, als je een broer of zus hebt. Soms ben je elkaar toch gewoon even helemaal zat. En daarna is het vaak ook weer (even) goed. Dat is die onvoorwaardelijke liefde.
Ik wil je graag 3 tips geven die je kunnen helpen wanneer je kinderen ruzie hebben met elkaar.
1) Richt je na een ruzie op het ‘slachtoffer’.
Het is verleidelijk om je na een ruzie te richten op de veroorzaker van de ruzie. Door die aan te spreken en dingen te zeggen als: “Wat heb je gedaan?” “Hoezo heb je dat gedaan?” Misschien word je boos op de veroorzaker van de ruzie en geef je misschien wel straf of een preek op dat moment, in de hoop dat hij of zij er van leert.
Draai het eens om. Richt je eerst op het ‘slachtoffer’ en spreek met respect over de ´veroorzaker´.
En weet dat zowel het ´slachtoffer´ als de ´veroorzaker´ in een situatie van ruzie allebei vaardigheden aan hebben te leren. Het ‘slachtoffer’ mag misschien groeien om op een goede manier voor zichzelf op te komen. En de ‘veroorzaker’ mag bijvoorbeeld leren om grenzen van de ander te accepteren.
Bijvoorbeeld:
Situatie: Je zoon zegt tegen je dochter : “Blijf van mijn telefoon af, anders maak ik die van jou kapot.”
Reactie van jou als ouder.
Zeg niet: “Niet dreigen.”
Zeg in plaats daarvan: “Je weet heel goed hoe je tegen je zus kan zeggen dat je niet wilt dat hij je telefoon pakt. Dan weet ik ook zeker dat zij deze teruggeeft”.
Op deze manier stimuleer je dochter om zich goed te gedragen. En je laat je zoon zien hoe het voor zichzelf op kan komen en laat het positieve zien van je dochter.
2) Laat het je kinderen zelf oplossen.
Laat je niet verleiden om de situatie van je kinderen over te nemen door het voor ze te gaan oplossen. Ze zullen het dan niet zelf leren en blijven afhankelijk van jou. Benoem welk gedrag je wel van ze wilt zien en doe het voor.
Bijvoorbeeld:
Situatie: Je dochter gaat expres op de stoel zitten van je zoon.
Reactie van jou als ouder:
Spreek niet zelf je dochter aan dat hij op zijn eigen plek moet gaan zitten.
Zeg in plaats daarvan: “Kijk je zus aan en zeg duidelijk dat jij op je plek wilt zitten en of ze eraf wilt gaan. Ik weet zeker dat zij dit dan ook zal doen”.
Op deze manier help en stimuleer je je kind het zelf op te lossen.
3) Luister naar de gemende gevoelens over broer of zus.
De meeste kinderen hebben gemengde gevoelens ten opzichte van hun broers en zussen en voelen zich ongemakkelijk of boos als je hen vertelt dat ze alleen maar negatieve gevoelens hebben. Erken en benoem dit: “Het lijkt erop dat je het soms heel gezellig hebt met je zus en soms maakt ze je erg boos of verdrietig. Dat is niet gek dat je dit voelt”.
Luister naar je kind als hij of zij zich negatief uit over broer of zus. Dit is nodig om emoties een plekje te geven. Als je wilt dat de ruzies stoppen, is ruimte geven om die emoties te uiten de eerste stap.
Erken dan ook het gevoel van je kind. “Je vindt het soms lastig he dat je broer je steeds stoort als je rustig aan het spelen bent”. (En zegt niet: “Maar jij deed ook vervelend” of “Het valt toch allemaal wel mee” of “Het blijft toch je broer“).
Je kind voelt zich dan gehoord. En dat helpt om daarna weer het positieve contact met broer of zus op te zoeken.
Deze tips zullen je weer een stapje verder helpen. Je zult op korte termijn merken dat je kinderen er anders door gaan reageren. En je bent tegelijk ook bezig om ze vaardigheden aan te leren waar ze ook wat aan hebben als jij er niet bij bent, op school, met vriendjes. En daarbij leer je ze vaardigheden aan voor de langer termijn, waar ze ook heel wat aan hebben als ze later volwassen zijn.
Om nog nog gerichter aan de slag te gaan met vergelijkbare tips en om echt een blijvende verandering te maken en minder strijd te hebben tussen broer en zus, hebben we de challenge Strijd is Verleden tijd. Ga jij de uitdaging aan?
Kijk dan hier is hoe je gelijk vandaag nog kunt starten. https://www.rustinouderschap.nl/challenge-strijd/