Als je graag wilt dat je kind zijn of haar spullen opruimt, zich klaarmaakt om weg te gaan of aan tafel komt om te eten, dan kan dit soms best veel moeite kosten om dit voor elkaar te krijgen. 

Je kind wil graag nog even dat spelletje afmaken of nog verder spelen met zijn of haar vriendje of het tv programma is nog niet afgelopen. Of misschien hoort je kind je echt niet of heeft bananen in de oren en doet alsof het je niet hoort 😉

In dit blog delen we graag drie Gouden Basisregels met je om je bewust van te zijn op het moment dat je iets aan je kinderen vraagt, zegt of iets van ze verwacht. 

Als je deze ‘regels’ gaat toepassen, sta in je in ieder geval al 1-0 voor. 

1 Maak contact
Zorg dat je ‘echt’ contact maakt met elkaar. Loop even naar je kind toe, noem de naam van je kind. En sluit aan bij wat je kind aan het doen is door interesse te tonen in het spel of activiteit van je kind. En zorg dat je allebei de activiteit even onderbreekt, zodat je zeker weet dat je beiden aandacht hebt voor elkaar. 

Bedenk eens voor jezelf hoe je dit nu doet. Heb je ‘echt’ contact met je kind als je iets wil zeggen of vragen. Of roep je vaak vanaf een afstand, of met 1 oog op je telefoon of laptop?  Als je echt contact hebt met elkaar, dan is dit al de eerste stap.

 

 

2 Zeg wat je doet of verwacht
Wanneer je contact hebt met je kind, spreek dan uit wat je verwacht of wat je van je kind wenst. En benoem hierbij welke actie of gedrag je wel van je kind wilt niet zien in plaats van wat je niet van je kind wilt zien. 

Bijvoorbeeld:

“Wendy, wat zijn jullie leuke loombandjes aan het maken. Als jullie deze af hebben, gaan we opruimen en aan tafel om te eten”. 

3 Doe wat je zegt
Als hulpmiddel kun je de uitspraak onthouden “Zeg wat je doet en doe wat je zegt”. 

En “Doe wat je zegt” kan je op verschillende manieren invullen. 

Voer allereerst uit wat je hebt aangegeven. Als je met je kind hebt afgesproken dat je na het koken even komt kijken bij het spel of computerspelletje, maak dit dan ook waar. Wees hierin betrouwbaar en doe wat je gezegd hebt.  

Maar ook: als je hebt gezegd dat je kind na het laatste loom bandje aan tafel moet komen om te eten, houd je hier dan ook een vast. 

En probeer je niet te laten verleiden om in discussie te gaan over ongewenst gedrag wat er misschien volgt, maar houd je aan de eerst instructie en blijft herhalen dat je kind aan tafel moet komen om te eten. 

En zeg dus zelf ook geen dingen die je niet waar kunt of gaat maken. Als je zegt “Als je nu niet aan tafel komt, dan krijg je geen eten.” (Maar als je al weet dat je dit toch niet echt zal doen, zeg dit dan ook niet). 

Dus onthoud: Doe wat je zegt en zeg wat je doet en je zult merken dat sommige dingen al een stukje makkelijker gaan. Weet wel dat naast deze concrete tips, je blijvend aan vaardigheden wilt werken. Zodat je een duurzame verandering krijgt. Wat we daarmee bedoelen en op welke manier wij je kunnen helpen lees je op bij ons Programma Rust in Ouderschap.